De originele bungalow wordt in ere hersteld door hem volgens het initiële ontwerp-volume van 1958 te restaureren. De nieuwbouw haakt op dit volume in vanuit noord-oostelijke hoek. Vormelijk worden bestaand en nieuw in hun eigenheid benadrukt: de nieuwe afgeronde vorm onderscheidt zich duidelijk van de originele rechte-hoeken-volumetrie. De wegdraaiende ronde hoeken zorgen voor een zachtere volumewerking. Door ook de verdieping van de nieuwbouw terug te trekken ten aanzien van het gelijkvloers staat het nieuwe volume mooi in verhouding tot de bewaarde bungalow. De nieuwbouw maakt de transformatie op maat van het intensievere gebruik als (semi-) permanente woonplaats.
De raamopeningen verschijnen in de nieuwe gevel als strak uitgesneden vierkanten van 244×244, refererend aan de lengtemaat van de panelen van de bewaarde bungalow. De sinusplaat zorgt samen met de afgeronde hoeken en de gestapelde volumetrieën voor een mooie schaduwwerking die over de verschillende geveldelen glijdt. Deze weloverwogen materiaalkeuze maakt het bewaarde en het nieuwe gebouwdeel tot één geheel: het modernistisch deel wordt opnieuw leesbaar en tegelijkertijd wordt het zowel functioneel als in volumetrie verrijkt. Door de nieuwe gevelbekleding onderaan noch bovenaan te beëindigen, gedraagt de sinusplaat zich rond het houtskelet als een hedendaagse drapering.
In de beleving wordt de architectuurtaal voortgezet: beide volumes zijn duidelijk onderscheiden in kleur en uitzicht maar maken samen één ruimtelijkheid. Hierin werkt het gevoel van compressie en decompressie op schaal van het interieur, tussen gang en kamer, als op de kruising tussen bestaand en nieuw, alsook op hoe het bungalow-geheel zich in de buitenruimte schakelt.