De ontwikkeling van de toegangszone van de campus van Diepenbeek kan een belangrijke bijdrage leveren aan een dynamisch stuk stad waar kennis, talent en ondernemerschap alle ruimte krijgen zich te ontplooien, door de rol op te nemen van intermediaire schakel en ondersteunende infrastructuur van synergieën. Er moet voldoende aandacht zijn voor flexibiliteit om groeivragen op te vangen, om nieuwe invullingen mogelijk te maken en om een evoluerende identiteit van de campus te ondersteunen.
Vandaag is er geen eenduidig antwoord op de verkeers- en groenblauwe infrastructuur die in de toekomst op het maaiveld moet komen. Het voorstel zal bijgevolg in staat moeten zijn om aanpassingen op te vangen na de bouwfase, maar ook gedurende het ontwerpproces. Een flexibele ontwerp- en bouwmethodiek zijn daarom primordiaal.
Eerder dan een ontwerpvoorstel, bieden we een ontwerpstrategie aan. Ons voorstel baseert zich op de schakeling van twee (of drie) gebouwen en een (of meerdere) brugsequentie(s). Samen vormen ze een geheel, maar met een eigen identiteit en structurele logica. Ruimtelijk vertellen ze een gemeenschappelijk verhaal, maar bouwtechnisch en qua inplanting zijn ze niet afhankelijk van elkaar.
De gemotoriseerde toegang tot de campus snijdt als een mes door de campus. Deze noodzakelijke infrastructuur druist in tegen het idee van een campus die inzet op verbondenheid, maar vormt naast een sociale barrière ook een barrière voor ecologische corridors tussen het zuiden en het noorden. Water en vegetatie hebben in het voorstel een verbindende rol tussen de gebouwen van de toegangszone en de campus. Ze zijn in staat eenheid te creëren in een campus van individuele gebouwen.
in samenwerking met MAKER architecten