Van een historisch dorp, later omringd door tuinwijken en mijnsites, is Genk uitgegroeid tot een complex urbaan en suburbaan netwerk dat op zoek gaat naar een balans tussen ruimtelijke samenhang en fragmentatie. Een vervlechting tussen wonen en natuur is een wezenlijk onderdeel geworden van de historische stedenbouwkundige morfologie van groot Genk. Dit kan en moet ook niet meer ongedaan gemaakt worden. Maar bij een verdere evolutie van deze vervlechting is het wel belangrijk om aangepaste architecturale en stedenbouwkundige concepten in te zetten als kwaliteitsbevorderende instrumenten. De ambitie om niet alleen aan de lokale woonvraag te voldoen, maar ook als stedelijke attractiepool te gaan fungeren op regionaal niveau, stelt nieuwe eisen aan de Genkse huisvestingspolitiek.