Een hoogteverschil van 7m tussen de straat- en de tuinzijde. Het woonvolume verschijnt bescheiden, boven op de berg, als een beglaasd paviljoen met luifel. Aan de straat verschijnt de woning rank in rode baksteen. Het leefniveau organiseren we daarom boven (+0), aansluitend op de tuin, mèt riant vergezicht op het zuidoosten. Het slaapniveau is deels ingegraven in het talud (-1). Het praktijkniveau sluit aan op het straatniveau (-2). In het talud oriënteren we de 2 eerste bouwlagen riant beglaasd op de eigen private groene berm. De trap binnen heeft zijn gelijke buiten, op het talud: het circuleren speelt zich zowel binnen als buiten af. Elk bouwlaag geniet van een vrij plan rond een vaste kern. Het maakt het programma van de woning inwisselbaar. De woning kan meegroeien met zijn wisselende gezin- en/of praktijksituatie; zelfs de hobbykamer heeft nog uitwijkmogelijkheden. De dakvorm creëert een grote luifel, als vaste zonwering voor de volledig beglaasde zuidoostzijde. De luifel begeleidt ook het uitzicht. Aan de westzijde maakt het zacht hellend v-dak dat de leefverdieping via het bandraam hoog in de gevel, geniet van de avondzon. De houten dakstructuur versterkt het paviljoen-karakter. Het ritme van deze structuur wordt doorgetrokken in de vertikale vliesgevels. Het ingegraven woonvolume schikt zich zeer compact in de landschappelijke context.